Nederlands Insituut van Psychologen

Huibrecht Boluijt | 29-04-2020
A&O-items april 2020
 
 
Doodt COVID-19 de bureaucratie definitief?
 
Veel van de huidige publicaties in de landelijke media belichten niet meer alleen de tragische kant van de coronacrisis maar ook alles wat positief kan zijn aan de uitbraak van het virus. Van de positieve invloed van ons gematigd consumeren op het klimaat tot en met de erkenning van vitale beroepen.

We gaan het vast allemaal anders doen. De crisis zou een zuiverende werking kunnen hebben op ingeslepen inadequate gedrags- en handelingspatronen. Maar is dat wel zo?

Emotie
Zijn we in staat om deze contemplatieve periode te vertalen in structureel ander gedrag? Vanzelf zal het niet gaan gebeuren. Immers, als we in staat zouden zijn verstandig te handelen, had de wereld al langer een aangenamer plek moeten zijn. Maar de rede is niet leidend. De emotie is de grond van ons bestaan.

Elke unieke persoonlijke zintuigelijke ervaring kleuren we met een uniek gevoel. En de verzameling van unieke emotionele labelingen van alles wat we vanaf de eerste seconde dat we het levenslicht zien (en zelfs al daarvoor) vormt tezamen met het opbouwen van een conceptenkader ons beeld op de realiteit. Daarmee is gezegd dat één realiteit niet bestaat omdat elk individu een andere set aan emotie-labelingen heeft en daarmee een ander conceptueel kader van waaruit men denkt en het leven aangaat. Emoties voegen waarde toe aan realiteit.

Arousal
Immanuel Kant (1781) schreef in zijn Kritik der reinen Vernunft over het Ding an sich dat de dingen als zichzelf niet te kennen zijn. Dus zoals de dingen zijn is nooit zuiver waar te nemen, omdat de realiteit zich aan ons voordoet als fenomenen die beïnvloed worden door onze waarneming. Om die reden bestaan er tal van mens- en maatschappijbeelden, religies, politieke kleuren en ideologieën.

Wat Kant niet deed was de rol van emotionele kleuringen hierin betrekken. Sterker nog, hij noemde ze 'ziekten van de geest'. Volgens Kant verstoren emoties het gezonde functioneren. Daarmee gaat hij voorbij aan het natuurlijke gegeven (bij elk mens ingebakken) van het ontstaan van fysieke reacties ( arousal) als gevolg van mentale alertheid. Die alertheid is een voorwaarde om te kunnen overleven en zo kan het denken niet zonder het voelen en andersom. Maar eerst is er het voelen.

Angst voor de dood
Het geheel van samenhangende begrippen is dus gefundeerd op emoties en zorgt voor een unieke kijk op de realiteit. Om de samenwerking tussen voelen en denken te kunnen monitoren, moeten we dus kunnen introspecteren op gevoelsdynamieken die ons denken bepalen. En dat is wat in deze crisis min of meer als vanzelf gebeurt. De existentiële bedreiging zorgt voor onmiddellijke primaire collectieve emoties en gevoelens - zoals angst, hoop en saamhorigheid - in het aangaan van de crisis, waardoor we deze realiteit allen hetzelfde waarnemen.

De angst voor de dood overtreft de angst voor afwijzing, waardoor particuliere affecten ons gedrag niet langer sturen. Dat geeft daadkracht omdat we het meest existentiële doel delen: overleven. Er is simpelweg geen tijd te verliezen.

IC
We leren dus uit deze coronacrisis dat, zodra we collectief én aan den lijve een bedreiging voelen, we gezamenlijk kunnen optrekken in adequaat gedrag (Boluijt, 2020). Social distancing is daar momenteel een goed voorbeeld van. En waar we in ‘normale tijden’ tien jaar overleg nodig hebben om de IC-capaciteit te verdubbelen, kunnen we nu meteen tot daden komen. Hier spreekt angst in ons voordeel omdat het hier een collectief ervaren emotie betreft.

En hoe mooi is het dan dat ons vertrouwen in elkaar groeit op het moment dat we niet anders kunnen doen dan samen optrekken. Momenteel spreek ik veel mensen die in de zorg overuren draaien, uitgeput zijn maar ondanks de workload een enorme voldoening ervaren omdat ze erkend worden in hun professionaliteit en vandaaruit de verantwoordelijkheid mogen nemen om te handelen. Papierwerk is op het tweede plan gekomen. Het doen staat weer voorop.

Protocollen
Natuurlijk maken we onszelf wijs dat het straks allemaal anders gaat. Dan zullen protocollen worden aangepast en richtlijnen veranderd om de bureaucratie een halt toe te roepen. Maar de mens is hardnekkig. De kans is groot dat er nieuwe angststructuren voor in de plaats komen. Waardoor oude wijn in nieuwe zakken zal gaan.
 
Zodra de immense dreiging weg is zal de collectieve emotie op de achtergrond geraken en ons particuliere voelen en denken ons weer leiden. Door het verdwijnen van het collectieve lijden ontstaat tijd om na te denken en zullen de secundaire particuliere angsten ons opnieuw in bureaucratische valkuilen gaan leiden en ons het leven opnieuw onaangenamer maken omdat straks ieder weer uitsluitend bezig zal zijn om het eigen straatje schoon te houden (lees: handen in onschuld wassen).

Contacthypothese
We hebben dus een gedeelde emotionele ervaring nodig om uiteindelijk bij een gedeelde realiteit te kunnen komen om zo het besef vast te houden dat we niet alleen ons eigen straatje hebben te bewaken maar verantwoordelijk zijn voor elkaars straten. En daarvoor moeten we, juist ook in meer ontspannen tijden, leren om onze eigen kleuringen te erkennen. Want onze psychologische afweer is voortdurend in strijd met angst en verdriet die door realiteiten en verlangens ontstaan om ons persoonlijke leven leefbaar te houden. Dit persoonlijke overstijgen is de opgave. En dat is exact wat in deze coronacrisis gebeurt.

Het bestendigen van de huidige efficiënte handelingsstructuren op basis van daadkracht, solidariteit en saamhorigheid vraagt dus een gedeeld begrippenkader, gestoeld op een gedeelde emotie vanwaaruit de realiteit beleefd wordt. De sociaalpsychologische contacthypothese stelt dat groepen geen vooroordelen over elkaar opbouwen wanneer ze een gelijke status en gelijke doelen hebben, waardoor samenwerken voortvarend kan gebeuren ondanks initiële verschillen.

Het is belangrijk de emotionele ervaring van nu te koesteren. Dat kan in rituelen. We moeten ons daarbij de ervaring van ons huidige gedrag blijven herinneren, verankeren, waarmerken, vastpinnen. En bij het gebrek aan een collectief ervaren acute dreiging is er slechts één ding dat ons rest: door herdenken collectief blijven ervaren hoe kwetsbaar we zijn (gebleken). Dat is de gedeelde emotie die we niet mogen vergeten of overschreeuwen als straks de storm is geluwd en saamhorigheid en daadkracht voor een aangenaam leven van alledag nog steeds vereist zijn.

Literatuur
 
 

Huibrecht Boluijt, Registerpsycholoog NIP/ Arbeid & Organisatie, Gezondheidspsycholoog en Sportpsycholoog bij Psychologenbureau Boluijt.
Reageren? Mail naar A&O-items  
+31 30 820 15 00  |  info@psynip.nl  |  www.psynip.nl  |  © 2024 NIP
Volg ons:
Facebook   Twitter   Linkedin
...